Filosofisch onderzoek

Is een tennisbal wel rond,  is rood een kleur en wat is liefde eigenlijk? Stuk voor stuk filosofische vragen. In het Grieks betekent filosofie: houden van wijsheid. Een filosoof houdt van kennis, om die te krijgen maakt hij gebruik van de filosofische methode. Meestal is dat een dialoog: iemand geeft een mening, en jij vraagt steeds: “waarom is dat zo?”, “hoe zit dat dan?”. Door het beantwoorden van deze vragen probeer je tot kennis te komen. Dit noemen we een (je raadt het al) filosofisch onderzoek. 

Wat is filosofie?

De filosofie is een methode die je scherp leert redeneren. Je leert drogredenen (argumenten die niet kloppen) van argumenten  scheiden,  luisteren, interpreteren en argumenten tegen elkaar afwegen. Filosofen zijn in staat ingewikkelde of bijna onoplosbare vragen terug te brengen naar de kern. 

Net als bij andere wetenschappen is er een kans dat jouw onderwerp al onderzocht is. Maak hier gebruik van en ga op zoek naar beschikbare literatuur en informatie. Dit noem je een literatuuronderzoek. Een docent filosofie kan je helpen bij het vinden van een goed startpunt. Kijk ook op www.filosofie.nl of duik de bibliotheek in. Ook in kranten zoals bijvoorbeeld Trouw of NRC (zoek op ‘filosofie’) publiceren filosofen regelmatig over actuele onderwerpen. Je kunt hier ook inspiratie opdoen voor een onderwerp. Het is belangrijk dat je de vraag zelf heel interessant vindt, zo blijf je in een later stadium kritisch op alle mogelijke antwoorden van andere filosofen.

Wat heb je nodig?

Voor een filosofisch onderzoek heb je drie dingen nodig:

  • een onderzoeksvraag;
  • argumenten;
  • een overtuigend betoog.

Deelgebieden

Je onderzoeksvraag kan te maken hebben met bijvoorbeeld ethiek (de leer van goed en kwaad), esthetiek (de leer van schoonheid), kennisleer, rechtsfilosofie of taalfilosofie. Dit noem je deelgebieden (vakgebieden). Als je weet in welk gebied jouw vraag valt, kun je je de onderzoeksvraag preciezer formuleren. Ga dus op zoek het deelgebied van de filosofie waarin jouw vraag valt.  Op de website van de Onderzoeksschool voor Wijsbegeerte staat een overzicht van alle deelgebieden. 

Het kan zijn dat je erachter komt dat je onderzoeksvraag niet duidelijk is. Misschien is je vraag te breed of juist te beperkt. Wees dan niet bang om de vraag aan te scherpen.  Als de vraag tijdens het onderzoek verandert,  neem dat dan op in je logboek. Leg duidelijk uit waarom je het hebt aangepast en voer een helder betoog voor de lezers.

Argumenten vinden

Het vinden van argumenten kan op verschillende manieren. Kijk wat je zelf aan argumenten kunt bedenken, ondervraag andere mensen over hun ideeën, en bestudeer historische bronnen en eerder filosofisch werk. Leg altijd goed vast hoe je aan je argumenten komt. Als je ze uit de filosofische literatuur hebt, verwijs dan naar de denker die het argument als eerste heeft bedacht (bij voorkeur nadat je de originele tekst van die filosoof hebt gelezen) en eventueel ook naar de invloed van het argument op latere filosofen. Wie hebben waren het eens of niet? Bij een historisch-filosofisch onderzoek is het belangrijk dat je de bronnen die je gebruikt ook in hun historische context kunt plaatsen. Hoe zat toen de maatschappij in elkaar? Tegenwoordig wordt er bijvoorbeeld anders gedacht over de gelijke rechten van mannen en vrouwen, maar zat hoe dat toen? 

Als je argumenten uit interviews haalt, is het belangrijk dat je aangeeft wie je hebt geïnterviewd en waarom juist die persoon of personen. Geef ook altijd aan hoe de opzet van het interview (of de enquête) was. En vergeet niet om bij een interview zo goed mogelijk door te vragen naar achterliggende ideeën of mogelijke vooroordelen die je kunnen helpen om bepaalde argumenten beter te kunnen begrijpen. 

Hier vind je meer informatie over interviews en enquêtes. 

Voor een wetenschappelijke benadering is het in elk geval belangrijk dat je kennis hebt van eerdere toonaangevende standpunten en argumenten en dat je daar goed naar kan verwijzen. Welke route voor het vinden van argumenten je ook bewandelt, deze fase wordt gevolgd door een fase waarin je de argumenten ordent en weegt. Welke argumenten wegen het zwaarst en waarom? Welke argumenten zijn gebaseerd op vooroordelen en zo ja, welke? Door ze te ordenen krijg je meer overzicht.

Methodologie

 

Na het ordenen van de argumenten is het tijd voor je eigen argumentatie, waarin je vertelt welke argumenten je afwijst en waarom, en welke argumenten je gebruikt om tot een conclusie te komen en waarom. Argumenteren is een kunst die al sinds de Griekse Oudheid op scholen werd onderwezen. Het is verstandig je hierin te verdiepen en in elk geval te weten welke drogredenen je moet herkennen. Je kunt op YouTube filmpjes vinden over argumentatieleer en drogredenen,  zoek bijvoorbeeld naar video’s van Arjen Lubach of het Nederlands Debat Instituut. Ook kun je in bibliotheken boeken vinden over argumentatieleer, filosofisch redeneren of retorica.

De presentatie van een filosofisch onderzoek kan op verschillende manieren, zoals een betoog of geschreven. Vaak is het een combinatie van beide.

De kern hiervan is altijd een poging om te begrijpen hoe een levensbepalend thema kan worden begrepen. Kom met een scherpe argumentatie en heldere definities. Als je de onderzoeksvraag ook echt interessant vindt, zal je profielwerkstuk hopelijk leiden tot meer dan alleen een mooi werkstuk; Het zal je belangrijke inzichten opleveren die ook relevant blijven na je middelbare schooltijd!

Klaar met filosoferen? Dan ben je klaar voor de volgende ronde! Stretch je vingers maar, want het is nu tijd om te schrijven! Check dan onze tips en tricks voor het schrijven van je profielwerkstuk