Historisch onderzoek

Historisch onderzoek

Misschien bestaat er een bepaalde set brieven of filmpjes van bijvoorbeeld een familielid waar je meer over wilt weten. Of ben je geïnteresseerd in een bepaalde periode, bijvoorbeeld de tijd van de Romeinse keizers of iets recenters zoals de laatste millenniumwisseling.

In beide gevallen ben je nieuwsgierig naar hoe mensen zich in een bepaalde periode in de geschiedenis gedroegen, wat er toen gebeurde, hoe mensen zich tot elkaar verhielden (individueel of bijvoorbeeld op landniveau), hoe ze zich voelden en hoe dat kwam. Dit soort vragen passen goed in een E&M of C&M profiel en hebben te maken met geschiedenis.Om ze te beantwoorden doe je een historisch onderzoek.

Wat heb je nodig?

Voor dit soort onderzoek heb je bronnen nodig. We maken daarbij onderscheid tussen primaire bronnen en secundaire bronnen.

Primaire bronnen komen uit de tijd die je onderzoekt. Het zijn bijvoorbeeld krantenartikelen, brieven, dagboeken, wetteksten, maar ook films, foto’s of audio-opnames. Ook archeologische resten of hele gebouwen zijn bronnen.

Als je vraag gaat over mensen in de recente geschiedenis, kun je misschien ook nog ooggetuigen vinden en die interviewen. Zo niet, dan duik je de archieven in waar je bijvoorbeeld brieven of dagboeken vindt. Of baseer je onderzoek op wat er over je vraag te vinden is in wetenschappelijke literatuur. Een docent geschiedenis kan je helpen bij het vinden van een startpunt voor je onderzoek.

Gaat het om mensen in een bepaald land of werelddeel? Neem dan ook een kijkje op PWS Wereld.

Secundaire bronnen zijn literatuur. Daar bedoelen ze dan geen romans mee, maar wetenschappelijke literatuur geschreven door historici. Het is de verzameling wetenschappelijke publicaties die je gebruikt om de achtergrond van je onderzoek te beschrijven.

Naast deze twee soorten bronnen heb je ook nog iets anders nodig: een heldere onderzoeksvraag en kritisch kunnen zijn op je bronnen. Met andere woorden: je hebt een methode nodig om systematisch en de juiste informatie te verzamelen en gebruiken.

Methode

Vinden en selecteren van bronnen
 Het draait in een historisch onderzoek om het vinden, selecteren, ordenen en evalueren van de informatie in relevante bronnen.

  • Primaire bronnen vind je in musea en (digitale) archieven, zoals het digitale kranten-  en tijdschriftenarchief Delpher of het nationale archief
  • Secundaire bronnen vind je in bibliotheken en op internet. Hou in je profielwerkstuk goed bij waar je gezocht hebt en leg uit waarom je juist daar gezocht hebt. Zeker in het geval van de primaire bronnen: Waarom verwachtte je juist in die musea of archieven relevante informatie te vinden? En vond je die daar ook?

Ook voor de selectie van primaire bronnen of delen ervan hou je bij wat je doet en neem je dat op in de verantwoording. Waarom kies je bijvoorbeeld voor een bepaald type bron (bijvoorbeeld brieven of juist film). Welke bronnen kwam je tegen maar gebruikte je juist niet? Koppel dat altijd aan je onderzoeksvragen en zoek daarbij naar de beste match tussen wat jij wil weten en wat er in een bron staat. 


Ordenen en evalueren van bronnen
 Om alle informatie goed te ordenen is een schema heel handig. Gebruik dat schema voor elke bron opnieuw.  

  • Voor primaire bronnen noteer je daarin de vindplaats, type bron en de informatie uit de bron. De informatie orden je aan de hand van de deelvragen van je onderzoek: neem bijvoorbeeld voor iedere deelvraag een regel op in het schema. 
  • Voor secundaire bronnen noteer je de auteur, titel en jaartal, trefwoorden en wat de auteur wilde met zijn werk. Je noteert ook de belangrijkste conclusies en hoe de auteur daaraan komt. Ook die informatie order je aan de hand van je de deelvragen. Misschien geeft een bron meer informatie, die kun je kort samenvatten. Het kan natuurlijk ook zijn dat een bron voor een of meer van je deelvragen geen informatie bevat.

Evalueer je bronnen, wees kritisch! Is de auteur betrouwbaar en waarom wel of waarom niet? Hoe zit het met de tijd- en plaatsgebondenheid van de informatie? Wat voor soort bronnen heeft de auteur zelf gebruikt? Geven die bronnen een goed beeld? Neem steeds in het schema van de bron op wat de waarde van de informatie is. Met waarde bedoelen we de betrouwbaarheid van de informatie én de bron. Dat helpt om je verhaal steviger te onderbouwen of juist te nuanceren. 


Onderzoeken in een paar rondes
 In de meeste onderzoeken heb je een paar rondes nodig om bronnen te vinden, selecteren, ordenen en evalueren. Het is niet genoeg om een historisch onderwerp (Romeinse keizers, millenniumwisseling) of een superinteressante primaire bron (brieven of familiefilmpjes uit Berlijn toen de muur viel) te hebben. Je moet daar een onderzoeksvraag aan koppelen. Voor een deel heb je dat in de eerste fase van je onderzoek gedaan, maar na de eerste ronde van inlezen en het opstellen van een voorlopige vraag, duik je opnieuw de bronnen in. Welke bronnen zijn echt geschikt voor het beantwoorden van je vraag? Hoe kun je je vraag opknippen in deelvragen? Het is normaal dat je in deze fase misschien je onderzoeksvraag moet aanpassen. Soms is de vraag te klein en kun je er bijna niets over vinden, maar meestal is de vraag te groot en is er veel te veel informatie. Zoek dan manieren om de vraag te verkleinen. Vraag je bijvoorbeeld niet af hoe ‘de Tweede Wereldoorlog was voor Nederlanders’, maar focus op een kortere periode, een bepaald onderdeel en een specifiekere groep mensen dan ‘Nederlanders’.

Als je de onderzoeks- en deelvragen min of meer hebt, breid je je analyse van bronnen uit. Dit is de rode draad van je onderzoek. Het kan zijn dat je gaandeweg je deelvragen nog een keer aanscherpt of aanvult. Dat is niet erg, maar je moet dan meestal wel weer terug naar de bronnen die je al bekeken had. Klopt de informatie in het schema nog, nu je vragen wat veranderd zijn? Het kan zelfs zo zijn dat je geselecteerde bronnen helemaal niet meer kloppen.


Je vragen beantwoorden
 Als je voor al je bronnen een schema hebt ingevuld, kun je de informatie opnieuw ordenen. Dit keer niet per bron of brontype, maar per deelvraag. Kijk ook nog een keer naar jouw type onderzoeksvraag, is die beschrijvend, vergelijkend of ben je op zoek naar oorzaken? Als je een vergelijkend onderzoek uitvoert, splits je eerst je bronnen op (of relevante informatie per bron) in de dingen die je met elkaar vergelijkt. 

In deze fase lees je wat al jouw bronnen vertellen over een bepaalde deelvraag. Daarop baseer je jouw verhaal en antwoorden op de deelvragen. Neem ook per bron de waarde mee (de betrouwbaarheid van je bron). Ook daar schrijf je over.

Vraag je ook af: Weet ik nu genoeg per deelvraag om mijn onderzoeksvraag te beantwoorden? Waar kan ik eigenlijk nog niets of te weinig over zeggen? 

Misschien is er nog een ronde nodig. 

Tijd

Maar ieder onderzoek kent zijn beperkingen, een grote is de tijd. Hou die dus goed in de gaten, want misschien heb je geen tijd meer voor een dieper onderzoek. Als je die nog wel hebt kun je meer bronnen zoeken, selecteren, ordenen en evalueren.

Neem de tijdsduur ook op in je onderzoeksverslag. Als je veel tijd kwijt was, omdat je weinig informatie kon vinden over een bepaald aspect, dan zet je dat in je profielwerkstuk. Maak duidelijk aan de lezer (de docent) dat het niet komt omdat je te laat begonnen bent of niet alle onderzoekstijd hebt gebruikt. Zo wordt duidelijk hoe het komt dat je op een deel van je onderzoek minder informatie kunt presenteren dan je zou willen. Neem ook in je verslag op, onder een kopje ‘Verder onderzoek’, wat en hoe je nog meer zou willen onderzoeken.

Wil je meer lezen over het doen van historisch onderzoek? Het boek Geschiedenis schrijven! Wegwijzer voor historici (https://www.aup.nl/nl/book/9789462982291/geschiedenis-schrijven) is dan een goed startpunt.

Alle data verzamelen!

Heb je alle archieven uitgeplozen en je alle historische informatie verzamelt? Dan kun je door met de volgende stap: dataverwerking. Oftewel het verwerken van al je informatie!