
Bij het schrijven van werkstukken baseer je je werk (vrijwel) altijd op literatuur of andere informatiebronnen. Indien je dit doet, dien je altijd te verwijzen naar de gebruikte bronnen. Waarom, wanneer, waar en hoe doe je dit?
Er zijn verschillende redenen om te verwijzen naar literatuur:
– Je laat zien dat je de informatie niet verzonnen hebt, maar dat je gebruik maakt van betrouwbare bronnen;
– Je laat het verband zien tussen je eigen werk en dat van anderen (dit is een vorm van communicatie);
– Je geeft andere auteurs de eer die hen toekomt;
– Je maakt je werk controleerbaar: anderen kunnen in de aangehaalde literatuur nagaan of je de informatie goed hebt begrepen en weergegeven;
– Je wijst je lezers op publicaties over het onderwerp die misschien interessant voor hen zijn;
– Je voorkomt dat je plagiaat pleegt (!)
Wanneer je andermans informatie gebruikt in je eigen verslag, ben je altijd verplicht om naar de gebruikte informatiebron te verwijzen. Dit geldt ook als je iemands ideeën gebruikt, kritiek levert op andermans publicatie of iets visueels overneemt, zoals een afbeelding, grafiek, tabel of schema. Het maakt niet uit of de bron die je gebruikt een officieel gepubliceerde bron is of niet. Ook informatie uit bijvoorbeeld een lezing of uit een verslag of scriptie van een andere scholier moet je met een bronvermelding verantwoorden.
Je hoeft geen bronvermelding op te nemen bij een algemeen bekend feit. Als je bijvoorbeeld schrijft dat de Berlijnse muur viel in november 1989, is dat een algemeen bekend feit waarbij je geen bronvermelding hoeft te geven.
Twee vuistregels:
1. Geef een literatuurverwijzing bij alle termen, informatie en ideeën die voor jou nieuw zijn (die je geleerd hebt tijdens je onderzoek);
2. Als je twijfelt of je moet verwijzen, neem dan een verwijzing op.
Plagiaat is het overnemen van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk. Er ontbreekt dus een bronverwijzing, terwijl dit wel had gemoeten. Plagiaat geldt als fraude en is een no go. Als je plagieert kunnen hieraan sancties worden verbonden. Voor studenten kan plagiëren uitsluiting van een vak of opleiding betekenen en voor wetenschappers zelfs het einde van een mooie carrière.
Overduidelijke voorbeelden van plagiaat:
– Een werkstuk van iemand anders inleveren alsof het je eigen werk is;
– Stukken tekst (lang of kort) uit een bron kopiëren zonder de bron te vermelden.
Minder duidelijke voorbeelden van plagiaat:
– Andermans woorden of ideeën ‘lenen’ zonder bronverwijzing;
– Een paar veranderingen aanbrengen in een tekst (of grafiek of figuur) en doen alsof je het zelf hebt bedacht;
– ‘Vergeten’ om aanhalingstekens te plaatsen bij een letterlijk citaat;
– Een onvolledige of incorrecte bronverwijzing geven waardoor de bron niet te traceren is;
– Een bron en de referentie vermelden in je verslag, maar niet op alle plaatsen waar informatie uit de bron gebruikt is (dan wordt een deel van de overgenomen informatie gepresenteerd als eigen werk);
– Zoveel woorden of ideeën overnemen uit een bron dat dit het grootste deel van je verslag uitmaakt – zelfs als je wél naar de bron verwijst!
Er zijn twee manieren om plagiaat te voorkomen:
1. Verwijs zorgvuldig naar gebruikte bronnen
2. Geef je eigen ideeën in een verslag of scriptie weer
Je eigen ideeën geef je door niet uitsluitend bestaande informatie bij elkaar te sprokkelen, maar door hieraan zelf iets toe te voegen. Dat doe je door verschillende bronnen te vergelijken en je eigen conclusies te formuleren of door de hypotheses uit de literatuur zelf toe te passen op een nieuwe situatie. Als je én zorgvuldig verwijst naar de bronnen die je gebruikt, én genoeg eigen ideeën toevoegt aan je verslagen, hoef je niet bang te zijn dat je plagieert.
Je hoeft geen bronvermeldingen te geven:
– Bij eigen, originele ideeën en conclusies
– Bij algemeen bekende feiten (feiten die jij en je lezers weten zonder dat je ze op moet zoeken)
In beginsel verwoord je altijd in je eigen woorden wat je gelezen hebt. Dit doe te door te parafraseren of samen te vatten. Hierdoor wordt het makkelijker om een samenhangende tekst te schrijven en ontwikkel je je eigen gedachtegang.
Parafraseren betekent dat je een bepaalde korte tekstpassage, bijvoorbeeld een zin of een alinea, in eigen woorden weergeeft.
Samenvatten betekent dat je een tekstgedeelte, bijvoorbeeld een aantal alinea’s, bladzijden, een hoofdstuk of een heel boek, in eigen woorden samenvat. Als je samenvat, geef je in weinig woorden de voor jouw verhaal belangrijke hoofdpunten of conclusies uit de bron weer.
Altijd als je een bron parafraseert of samenvat, moet je de inhoud van de bron correct weergeven en in overeenstemming met de bedoeling van de oorspronkelijke bron. Let op:
– Je mag informatie die voor jouw verhaal niet relevant is, weglaten uit een samenvatting, zolang je de inhoud van de oorspronkelijke bron niet verdraait;
– Zorg dat duidelijk is waar de parafrasering of samenvatting begint en ophoudt;
– Vermeld bij iedere parafrasering of samenvatting duidelijk uit welke bron deze afkomstig is.
Voorbeeld incorrecte en correcte parafrasering:
In het artikel van E. J. C. de Geus, D. I. Boomsma, J. F. Orlebeke (2001), Tweelingen, genen, omgeving en gedrag. Gezondheid, gen & omgeving (cahiers bio-wetenschappen en maatschappij), blz. 14-23 staat op pagina 16 het volgende citaat:
Als een zoon hetzelfde doet als zijn vader of als twee zussen erg op elkaar lijken, dan is dát gegeven op zich nog geen bewijs voor de invloed van genetische factoren. Immers, vader en zoon en de twee zussen kunnen op elkaar lijken, omdat ze hun genen (gedeeltelijk) delen, maar evengoed omdat zij aan dezelfde omgevingsinvloeden bloot staan (familie, school, buurt, enz).
Stel je wilt dit citaat parafraseren. Een incorrecte parafrasering geeft de strekking niet goed weer. Bijvoorbeeld:
- Als twee gezinsleden, zoals een vader en zoon of twee zussen, hetzelfde doen of erg op elkaar lijken, dan komt dat doordat ze zowel dezelfde genen hebben als ook nog eens aan dezelfde omgevingsinvloeden blootstaan.
Een correcte parafrasering geeft de strekking van de inhoud goed weer, maar dan in andere woorden. Bijvoorbeeld:
- Dat twee gezinsleden zich hetzelfde gedragen of erg op elkaar lijken hoeft nog niet te betekenen dat deze overeenkomst genetisch bepaald is. De gelijkenis kan ook ontstaan doordat de gezinsleden leven in dezelfde omgeving en daardoor op soortgelijke wijze beïnvloed worden.
Citeren is het letterlijk overnemen van tekst. Je citeert alleen in uitzonderlijke gevallen, want je hebt een goede reden nodig om de letterlijke formulering uit de originele bron te laten zien aan je lezers. Bijvoorbeeld:
- Als je de oorspronkelijke formulering wilt analyseren.
Voorbeeld: een jurist die commentaar levert op een rechtelijke uitspraak zal de belangrijke passages uit die uitspraak letterlijk citeren. - Als de ideeën door de oorspronkelijke auteur buitengewoon duidelijk, treffend of levendig geformuleerd zijn.
Voorbeeld: een auteur gebruikt een hele treffende vergelijking waarvan de kracht verloren zou gaan als je deze vergelijking in andere woorden zou weergeven.
Let op: Het is nooit de bedoeling dat je verslag bestaat uit aan elkaar geplakte citaten. Je kunt als vuistregel aanhouden dat je voor iedere regel die je citeert, zelf minstens twee regels schrijft waarin je het citaat analyseert.
Enkele tips bij het citeren:
– Neem het citaat zorgvuldig over, zodat je precies dezelfde woorden gebruikt als de originele bron.
– Neem een citaat over in de oorspronkelijke taal.
Voorbeeld: Als je een Engelse tekst citeert in een Nederlands verslag, dan blijft het citaat in het Engels.
Nuance: Als je er niet vanuit kunt gaan dat je lezers de oorspronkelijke taal begrijpen, dan geef je het citaat eerst in de oorspronkelijke taal en vervolgens een accurate vertaling van het citaat.
– Citeer altijd in overeenstemming met de bedoeling van de bron.
Let bijvoorbeeld goed op of het citaat niet ironisch bedoeld is en of de betekenis van het citaat niet verandert als je het uit de originele context haalt.
Geef begin en einde van het citaat duidelijk aan door een citaat tussen aanhalingstekens te plaatsen of – bij langere citaten – door ze als blok te laten inspringen.
– Vermeld bij ieder citaat duidelijk uit welke bron het afkomstig is.
– Lange citaten kun je ook weergeven in de voetnoten. Dit voorkomt ‘vertraging’ in de lopende tekst van je verslag.
Verschil per vakgebied
Hoe vaak of hoe weinig je letterlijk citeert, hangt ook van het vakgebied af. In vakgebieden zoals Geschiedenis of Rechten, waar het analyseren van bronnenmateriaal een belangrijke rol speelt, wordt relatief vaak geciteerd. Dit gebeurt bijvoorbeeld om commentaar te leveren op de oorspronkelijke bron of om bronnen te vergelijken.
In publicaties binnen de Exacte of Medische wetenschappen zul je maar zelden letterlijke citaten gebruiken; hier gebruik je meestal je eigen woorden (je parafraseert of vat samen)
In verschillende vakgebieden worden verschillende methodes gebruikt om te verwijzen naar literatuur. Dit wordt ook wel citatiestijl genoemd. Grofweg kun je drie verschillende methodes onderscheiden (vraag aan je docent welke citatiestijl jij moet gebruiken in je verslag):
– auteur & jaar,
– voet- & eindnoten, en
– volgnummers.
Overeenkomsten tussen deze verwijsmethodes is dat je in de lopende tekst op een verkortte wijze naar de bron verwijst en de complete referentie naar de bron op een andere plek vermeld. Bij de complete referentie moet je zoveel gegevens over de bron geven, dat de lezer genoeg gegevens heeft om de bron op te kunnen zoeken. De gegevens die nodig zijn voor het maken van referenties is afhankelijk van het soort publicatie. Mocht je niet alle gegevens kunnen vinden, probeer dan altijd zo veel mogelijk te noteren.
Voorbeelden verwijzingsmethoden
– Auteur & Jaar
In de hoofdtekst staat: Achternaam auteur + publicatiejaar (+ paginanummer)
Aan het einde van het verslag: Complete referenties op alfabetische volgorde van auteursnaam
Voorbeeld van de hoofdtekst:
“In essence, social constructivist educational theories interpret learning as increasingly competent participation in the discourse, norms and practices associated with particular communities of practice. Whereas from the perspective of cognitive learning theory, learning pertains to the acquisition of knowledge and cognitive skills as transferable commodities (e.g. Anderson, Greeno, Reder, & Simon, 2000), a social constructivist approach shifts the focus to ‘activities’ and ‘the process of becoming a member of a certain community’..”
Voorbeeld van de complete referentie aan het einde van het verslag:
Anderson, J. R., Greeno, J. G., Reder, L. M., & Simon, H. A. (2000). Perspectives on learning, thinking, and activity. Educational Researcher, 29, 11–13.
Gegevens die nodig zijn voor een bronverwijzing naar…
Een boek:
– Auteur(s);
– Titel;
– Jaar van uitgave;
– Uitgever en/of plaats van uitgever;
– Eventueel hoeveelste druk of editie.
Een hoofdstuk in een boek:
– Auteur(s) van hoofdstuk;
– Redacteur(en) van boek;
– Titel van het hoofdstuk;
– Titel van het boek;
– Jaar van uitgave;
– Uitgever en/of plaats van uitgever;
– Eventueel hoeveelste druk of editie.
Een tijdschriftartikel:
– Auteur(s) artikel;
– Titel artikel;
– Titel tijdschrift;
– Jaar van uitgave;
– Jaargang;
– Nummer van de aflevering;
– Pagina-aanduiding.
Een webpagina:
– Auteur(s) of organisatie verantwoordelijk voor de inhoud;
– Titel van de pagina (kijk in de balk bovenin de browser);
– Titel van de site (zie homepage van de site);
– Datum van laatste aanpassing van de pagina, of de copyright datum;
– Datum waarop je de website hebt bezocht;
– Volledige internetadres (URL) van de pagina.
Meer informatie over literatuurverwijzingen
Zoals eerder is benoemd, vraag je aan je docent welke bronverwijzingsstijl je het beste kan gebruiken. Enkele veelvoorkomende referentiestijlen zijn APA (American Psychological Association), MLA (American Modern Language Association), Vancouver en ACS (American Chemical Society). Per referentiestijl zijn hieronder diverse hulpmiddelen weergegeven:
APA (American Psychological Association)
APA format citation guide
APA style tutorials and webinars
APA style help
APA bronnen generator
APA checker
MLA (American Modern Language Association)
MLA style quick guide
MLA bronnen generator
Vancouver
Vancouver bronnen generator
ACS (American Chemical Society)
ACS style quick guide
ACS bronnen generator
Daarnaast biedt Google Scholar al bronvermeldingen in APA-, MLA- en ISO 690-format bij literatuur die je via dit platform vindt. Deze bronvermeldingen vind je onder de kop “Citeren”, dat is weergegeven direct onder de bron.